WONEN IN ITALIË – Bezoek: uit en thuis
We hebben al enkele weken typisch Piëmontees najaarsweer. Overdag een warme zon en een strakblauwe hemel en 's ochtends en 's avonds temperaturen van enkele graden boven nul.
De Alpentoppen zien sinds een week wit van de sneeuw. Langzaam verdwijnt het groen aan de bomen en verkleuren de bladeren. De wijnvelden bij Barolo zijn eind oktober op z'n mooist. De druivenbladeren kleuren rood, geel, oranje.
Hoe vaak heb ik al niet geprobeerd dit in een foto vast te leggen. Uit de auto springend, langs de weg rennend en een mooi standpunt kiezend. Levensgevaarlijk en altijd met een armetierig resultaat.
Ondertussen zijn de wintervoorbereidingen in mijn stulpje in volle gang. Afgelopen week arriveerde het hout. Het ligt al dagen als een grote berg naast m'n huis. Ik ben steeds druk en probeer het hout in verloren uurtjes tot een mooie wand op te stapelen.
Het was een volle week met veel sociale contacten. Zaterdagavond had ik drie stellen uit het dorp uitgenodigd. Mensen die ik alleen maar op de tractor voorbij zie komen of boven, op de piazza zie.
Eén van hen had me al eens een beetje verwijtend gezegd: "We zijn nog nooit bij jou thuis geweest." Dus ik had ze uitgenodigd voor een 'aperitivo'. Rond zessen kwamen ze, beladen met cadeaus voor mij, binnen.
Van de vrouwen wist ik dat het stuk voor stuk keukenprinsessen zijn, dus ik had flink m'n best gedaan op de hapjes. En ze waren geslaagd, iedere schaal was binnen een oogwenk leeg. Het was gezellig, er werd veel gelachen en pas tegen elven gingen ze naar huis.
Ik ging ook op bezoek bij Eva Menzio, ooit galeriehoudster in Monte Carlo, maar jaren geleden neergestreken in onze regionen. In het voorjaar kreeg ze een ernstig auto-ongeluk waarna ze maanden in de kreukels lag. Wat had ze nièt gebroken... Tot mijn opluchting vond ik alweer bijna de oude Eva terug, ze liep alleen nog een beetje moeilijk.
Ja, ja 81, maar ze laat zich niet klein krijgen. Ze heeft op dit moment nog een 'badante' maar is op zoek naar een huishoudster. Iemand met een rijbewijs die bij haar komt inwonen en haar huishouden doet. Vind maar eens zo iemand.
Gelukkig had ze haar gevoel voor humor niet verloren. Trekkend aan een sigaartje kwam ze met wat aardige anekdotes. Zo vertelde ze dat ze vlak na het ongeluk, beklemd in de auto, opeens een stem hoorde die haar geruststellend in het Engels begon toe te spreken. "Ik dacht even: God bestaat toch" grinnikte ze. Het bleek een applicatie te zijn die in elektrische auto's zit en die bij een ongeluk hulp in gang zet.
Woensdag kwam mijn lieve oud-collega van het Journaal, Gerri Eickhof, op bezoek met zijn vriendin Ellen. Ik had hem dertien jaar niet gezien maar die jaren vielen al bij de begroeting meteen weg.
"We zijn alweer een paar pausen verder Ien" zei Gerri. Hij verwees naar onze samenwerking destijds in Rome bij de dood van de Poolse paus Wojtyla. Ik assisteerde hem toen bij het maken van reportages. Dat schept een band. Zodanig dat Gerri de moeite had genomen even een kijkje in Mombarcaro te komen nemen.
Er viel natuurlijk veel bij te kletsen. Maar hij en Ellen waren ook heel geinteresseerd in mijn leef-omgeving van nu. Na de lunch liet ik ze het dorp zien. We dronken wat bij de bar en we bezochten zelfs het museum van Mombarcaro, (waar je je niet te veel van moet voorstellen).
Gistermorgen stond overbuurman Giuglio al vroeg voor de deur. Hij wilde komen helpen bij het stapelen van het hout. Ik heb gevraagd of hij vandaag kan komen. Georgio komt ook. En zo is er iedere dag weer wat anders.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.